Participatie bij gebiedsontwikkeling: 4 lessen
We voeren participatiegesprekken met de omgeving over allerlei maatschappelijke onderwerpen. Gebiedsontwikkeling is een van de onderwerpen waar we het afgelopen jaar vaak bij betrokken werden. Nieuwe woonwijken, placemaking, sloop- en renovatie van huurwoningen, revitalisering van stedelijk gebied of de transformatie van een winkelgebied. We hebben voor deze uiteenlopende gebiedsontwikkelingsprojecten de participatieaanpak gemaakt, geëvalueerd, geholpen bij de uitvoering van de aanpak of waren gespreksleider in gesprekken met omwonenden en stakeholders.
Geen enkel participatieproces is hetzelfde. Bij ieder gesprek over gebiedsontwikkeling staan andere onderwerpen centraal en sta je voor nieuwe uitdagingen. Toch zien we vaak dezelfde valkuilen bij deze vraagstukken. Valkuilen die je wilt voorkomen en om wilt zetten in succesfactoren. In dit artikel lees je de 4 lessen die wij geleerd hebben over participatie bij gebiedsontwikkeling.
1. Wees duidelijk waar participatie wel en niet over gaat
Gebiedsontwikkeling is een onderwerp met veel impact. De omgeving waar mensen wonen, werken en recreëren gaat veranderen. Vaak is nog niet duidelijk op welke manier het gebied verandert en wat de gevolgen van de ontwikkelingen zijn. Deze onzekerheid roept zorgen en emoties op bij de omgeving. Weerstand ligt op de loer. Als de omgeving hoort dat ze mogen participeren over bijvoorbeeld kansrijke locaties voor woningbouw, dan schept dit verwachtingen. Deze verwachtingen zijn soms zo hoog dat de omgeving denkt dat zij de plannen mogen bepalen. Of dat ze de ontwikkelingen via het participatieproces tegen kunnen houden.
In onze participatietrainingen leren we deelnemers dat participatie niet gelijk staat aan draagvlak of gelijk krijgen. Met participatie voorkom je geen weerstand. Het creëren van betrokkenheid is soms het hoogst haalbare. Wees dus aan de voorkant duidelijk over waar deelnemers wel en niet over mee kunnen praten. Bijvoorbeeld dat het niet over de Woonvisie gaat en wel over de invalswegen voor de nieuwe wijk of niet over het aantal woningen en wel over de parkeerdruk. Er moet ruimte zijn om met de uitkomsten van het participatieproces iets te kunnen doen. Wijs deelnemers eventueel op hun juridische mogelijkheden om bezwaar in te dienen. In de methodiek van het Relevant Gesprek® beantwoorden we in sleutels 1 en 2 de vraag hoeveel ruimte er voor inbreng is en waar het participatiegesprek antwoord op moet geven. Dat begint met het formuleren van een goede participatievraag die past bij een haalbaar eindresultaat.
2. Kies de juiste afzender voor het participatiegesprek
Gebiedsontwikkeling raakt veel mensen. We zien dat gemeenten daardoor de neiging hebben om regie te willen houden over het participatieproces. Maar als de gemeente geen eigenaar is van het eindresultaat is zij dan de logische afzender? Moet je niet kiezen voor de partij die de uitkomsten wel in zijn plannen kan verwerken als logische afzender van het participatieproces? En als je geen eigenaar bent van het inhoudelijk eindresultaat kun je als organisator van het participatiegesprek weinig met de uitkomsten. Door vooraf in de participatieaanpak het eigenaarschap en de afzender voor elke fase te bepalen voorkom je het risico dat participatie voor de bühne is en dat je je eigen teleurstelling organiseert.
In de methodiek van het Relevant Gesprek® staan we in sleutel 3 stil bij het afzenderschap. We werken met drie afzendermodellen voor het vergroten van de relevantie voor de publieksgroepen. Kies je om als gemeente of juist als projectontwikkelaar of woningcorporatie, als initiatiefnemer, het gesprek aan te gaan? Of kies je voor een gezamenlijke afzender? Of maak je een projecthuisstijl zoals bij de herontwikkeling van de voormalige Stoomblekerij in Goor?
3. Focus je niet alleen op de boze inwoner
Bij direct omwonenden lopen de emoties soms hoog op. Tijdens een inloopavond horen de initiatiefnemers van (direct) omwonenden over de verwachte overlast, waardevermindering, slechte communicatie en geen zeggenschap. Maar de gebiedsontwikkeling raakt veel meer mensen dan deze omwonenden. Ook de inbreng van andere publieksgroepen kan de kwaliteit van je plannen verbeteren. Dus breng tijdens het maken van de aanpak goed in beeld op wie de gebiedsontwikkeling effect heeft. En bepaal afhankelijk van het participatiedoel en de vragen die je beantwoord wilt hebben met wie je waarover in gesprek gaat. Afhankelijk van het participatiedoel of onderwerp wil je wellicht ook in gesprek met een groter publiek. Zoals mensen die daar recreëren, automobilisten, of toekomstige gebruikers.
Bedenk van te voren dat de stem van deze mensen ook meegewogen moet worden in de besluitvorming en bedenk hoe je vervolgens met deze mensen in gesprek gaat. In de eerder genoemde methodiek werken met de ringen van invloed van Factor C. Wie mag of kan er meeweten, meedenken, meewerken of meebepalen? En zijn dat gebruikers, beslissers, beïnvloeders of leveranciers. Je wilt weten wie je nodig hebt voor het beantwoorden van je participatievraag. Met de (gratis) online publieksanalyse tool vind je de antwoorden op deze vragen. We gebruiken deze tool bij het maken van de participatieaanpak.
4. Participatie en/of communicatie?
Zonder goede communicatie wordt elk participatieproces bij voorbaat moeilijk. Omdat gebiedsontwikkeling veel impact heeft op de directe omgeving is goede communicatie nog belangrijker. Goede communicatie over de inhoud beantwoordt de informatiebehoefte die deelnemers hebben. Goede communicatie over het proces geeft mensen een gevoel van grip op de situatie. Anderzijds leidt slechte communicatie tot een gevoel van onzekerheid (inhoud) en frustratie (proces). Communicatie is vaak de sleutel tot succes in participatieprocessen.
In een Fasterclass Participatie onderzoeken we met een omgevingsanalyse op welke manier je de omgeving wilt betrekken bij je vraagstuk. Met de omgevingsanalyse helpen we je het volledige vraagstuk in kaart te brengen. Je kunt de omgeving informeren met communicatie of je kunt informatie ophalen met participatie. Tijdens de Fasterclass bedenken we waar je nou echt antwoord op wilt én wie je daarvoor nodig hebt. Het kan best zijn dat je zit te denken aan een participatieve oplossing, terwijl er geen ruimte meer is voor de omgeving om mee te denken. Dan heb je dus eigenlijk een communicatieaanpak nodig, in plaats van een participatieaanpak. Dat onderzoeken we samen bij de Fasterclass.
Gratis adviesgesprek
Wil je dat we je helpen met jouw participatieopgave? Dit kan. Plan een gratis adviesgesprek met een participatieadviseur over hoe we jou kunnen helpen met je participatieopgave. Meer informatie over een Fasterclass participatie vind je hier.
Auteurs: Rient Heerink, Martijn Schenning